Genesis 42:21

SVToen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons.
WLCוַיֹּאמְר֞וּ אִ֣ישׁ אֶל־אָחִ֗יו אֲבָל֮ אֲשֵׁמִ֣ים ׀ אֲנַחְנוּ֮ עַל־אָחִינוּ֒ אֲשֶׁ֨ר רָאִ֜ינוּ צָרַ֥ת נַפְשֹׁ֛ו בְּהִתְחַֽנְנֹ֥ו אֵלֵ֖ינוּ וְלֹ֣א שָׁמָ֑עְנוּ עַל־כֵּן֙ בָּ֣אָה אֵלֵ֔ינוּ הַצָּרָ֖ה הַזֹּֽאת׃
Trans.wayyō’mərû ’îš ’el-’āḥîw ’ăḇāl ’ăšēmîm ’ănaḥənû ‘al-’āḥînû ’ăšer rā’înû ṣāraṯ nafəšwō bəhiṯəḥanənwō ’ēlênû wəlō’ šāmā‘ənû ‘al-kēn bā’â ’ēlênû haṣṣārâ hazzō’ṯ:

Algemeen

Zie ook: Schuld beleiden

Aantekeningen

Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּאמְר֞וּ

Toen zeiden zij

אִ֣ישׁ

de een

אֶל־

tot

אָחִ֗יו

den ander

אֲבָל֮

Voorwaar

אֲשֵׁמִ֣ים׀

zijn schuldig

אֲנַחְנוּ֮

wij

עַל־

aan

אָחִינוּ֒

onzen broeder

אֲשֶׁ֨ר

wiens

רָאִ֜ינוּ

wij zagen

צָרַ֥ת

benauwdheid

נַפְשׁ֛וֹ

der ziele

בְּ

-

הִתְחַֽנְנ֥וֹ

om genade bad

אֵלֵ֖ינוּ

toen hij ons

וְ

-

לֹ֣א

niet

שָׁמָ֑עְנוּ

maar wij hoorden

עַל־

daarom

כֵּן֙

-

בָּ֣אָה

komt

אֵלֵ֔ינוּ

over

הַ

-

צָּרָ֖ה

benauwdheid

הַ

-

זֹּֽאת

deze


Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!